De meesten zijn gek
of leven niet meer
naïef vol verlangen
beneveld op weg
als desponderado’s
Bedreigend
Des Duivels
door velen gezien
muziek stuwde voort
het ritme de snelheid
een achtbaan
de roep der sirenen
nauwelijks weerstaan
alleen
als thuis niet meer is
waanzinnig naar later
ontsnapt
bij toeval
de meesten zijn gek
of leven niet meer
de vaart van het leven
verandert van gang
wat rest
de rust
het verlangen
en een later
naïef
Het diepe zuiden
Een greppel in de mist
verlaten huizen
resten van plantages
een gewonde boom
geen mens
toch ze zijn er geweest
kinderen die spelen in het water
een spoorbrug en een trein
de ruiter op de oprijlaan
schijnbaar ongerept
beelden in zwart en wit
katoen tabak
de Unie trekt ten strijde
the night they drove old Dixie down
landschap
dat zijn onschuld heeft verloren
bewogen
vlekken strepen krassen
stofjes haren
als van jaren her
Vogels
Een snelweg in de polder
weilanden sloten
hier en daar een boom
een grijze lucht
op weg
vitrines vol stenen
houten kasten
schemering
alleen de vogels aangelicht
ineens een vliegtuig
de landing ingezet
voorovergebogen
om toch maar
op het vel te passen
staat hij daar
de rode flamingo
Audubon tekende de vogels
op ware grootte
met Fontaine’s fabels op zak
betrad hij de wildernis
van Amerika
een katoenstoomboot
bracht hem naar de oude wereld
om zijn levenswerk
aan de man te brengen
visarend met zeebaars
wulp bij Charleston
slechtvalk ibis en trompetzwaan
hij schoot hij tekende
pas daarna keek hij
het is nacht
als we thuiskomen
De wals
Het is zomer
de straat krijgt asfalt
er wordt ’s avonds doorgewerkt
de buurt loopt uit
stapvoets vordert de machine
laat knisperend en stomend
zwart geurende sporen na
bruinverbrande mannen
op de treeplank
schreeuwen naar elkaar
dan verschijnt mijn dinky toy
de wals
stalen wielen zingen
rollen zwaar en nat
de gebeeldhouwde kop
van de machinist
er bovenop
zijn zegewagen
koning van het plein
het geweld van de wielen
maakt de straat zwart en glad
hij baant zijn weg
maar hij is ontevreden
er zit geen schot in
zegt hij
vol ongeduld ment hij zijn mannen
dan is er weer beweging
het laatste stuk
zijn overwinning
het kind moet nu naar bed
Wijngaard
We lopen het laatste stuk de
berg op
de dag is jong en nog vol plannen
in de schuren heerst bedrijvigheid
uit de keuken komt de geur
van gebraden vlees
de tafels zijn gedekt
we strijken neer op het terras
een sigaret
rook kringelt omhoog
en gaat langzaam op
in de blauwe hemel
van de eerste zomerdag
uitzicht op de wijngaard
het ritme van de paden
de bladeren nog fris groen
links de moestuin
akker van de arme man
verder weg de spoorlijn
met altijd wel een trein
het meer
aan de overkant de bergtoppen
van Frankrijk
er hoeft niets meer te gebeuren
mijn sigaret mag eeuwig duren
Mijn dag als zelfportret
Ik ben de eerste die opstaat
het ontbijt klaarmaakt
de familie wakker maken hoef ik niet
zoveel gemopper kan ik niet verdragen
de vroege morgen ik vertrek
per fiets naar het atelier
ik monster de rivier
en betreed het land van het bovenlicht
soms maak ik een omtrekkende beweging
en dompel me onder in de bibliotheek
ik wandel graag door de catalogus
laat me verrassen en
verdwijn voor enige tijd
Trias Jura Krijt
Devoon Carboon Perm
de weg terug
mondvoorraad inslaan
meestal kook ik
kikker en het vogeltje
de taal van de wolken
ik doe als laatste het lampje uit
en val tegen haar aan in slaap
Op weg naar school
ze zit voorop
eigenlijk al veel te groot voor het zitje
het is prachtig weer zon
maar zo vroeg nog fris
vooral aan je handen
ze telt de konijnen in de uiterwaarden
daarna de paarden
we volgen de dijk
dan zijn de dieren op
en gaan we over op de auto’s
Morges
We zoeken een plekje aan het meer
er zijn heel veel muggen aan het water
een sigaret zeg je
maar daar luisteren ze niet naar
op het bankje naast ons
ligt een vrouw te slapen
de schoenen op de grond gezet
keurig in gelid
we lezen wat
lopen langs de haven
en drinken thee
het taartje valt mij tegen
jou niet
op weg naar huis
een veld vol zonnebloemen
roerloos en stil
vaak is zwijgen makkelijker
Wad
Langs het wad terug
een fietspad
aan beide zijden van de dijk
verder alleen schapen
het is eb
kolonies vogels
en hun
oorverdovend gekrijs
halverwege
de oude steiger
van de boot naar het vaste land
de reddingsboten liggen
vastgezogen
in het naar
verrotting ruikende wad
een Griekse tragedie
Neeltje Jacoba Zeemanshoop
met de wind op kop
richting vuurtoren
ons baken
In de wolken
Lac de Gruyère
de zon strijkt over het water
de familie scheept zich in voor een petit tour
het geklots van de riemen
een meisje op de voorplecht met haar voeten buiten boord
de stemmen klinken ver over het water
de lage zon zet het riet in brand
ze spreken over de wolken
en hun namen
over het atelier van Constable in Hampsted Heath?
zijn correspondentie met Goethe over de wolken
beide amateurs
liefhebbers
Veranda
Het is stil
een krekel roert zich
wind trekt plooien in het meer
de overkant bestaat uit verschillende tinten zwart
met Noor op de veranda
naar de hemel kijken
de rest ligt al in bed
deed ik dat ook met papa
wie kan ik dat nog vragen
boven op de berg
de radiotoren met zijn rode licht
aan de hemel wat stoffige wolken
met papa naar de Rijn
achterop de brommer
op weg naar een krib
hij ging schilderen
verder één ster die
langzaam achter de heuvel verdwijnt
dat is de avondster
helder
als een baken moet zijn
alles is rust
verder weg op de snelweg
gaat het leven gewoon door
Geboortehuis
Mijn geboortehuis staat in een dorp
vlak bij de grote stad verbonden
door de bovenleiding van de trolleybus
Het is vlak na mijn geboorte gebouwd
voor de oorlog stond er op die plek
een groot herenhuis
De oorlog voorbij maar altijd
aanwezig de middenstand
kwam nog aan huis
Verderop de kerk
zijn twee grote kastanjebomen
met hun witte bloemen
Daarachter de uiterwaarden
de spoorbrug met oostenwind
kan je de trein horen
De rivier aan de overzijde
populieren de lichten
van een auto op de dijk
Het huis de tuin
een grasveld de wat hoger
gelegen borders
Links de peer en in de hoek
de vlinderboom
eromheen de beukenhaag
Mijn kamer aan de achterzijde
uitzicht op de tuin waar ik
voor het eerst on the road las
Daarnaast het atelier van mijn vader
flarden muziek komen naar buiten
en wiegen me in slaap
Zomers als je te vroeg naar bed
moet kan je de fanfare
horen oefenen
Ze kunnen prachtig spelen
jazz moet nog steeds iets
van fanfare hebben
Ik lig op de drempel van mijn kamer
en kijk de gang in daar is het licht
ik kan niet slapen
De telefoon hangt in de gang
ik hoop dat hij gaat dan
kan ik even met mama praten
Gelukkig woont mijn broer
er nu
ik wil er niet wonen
Later is het de plek van mijn jeugd
het huis van mijn ouders
het huis van hun grootouders
Ik neem mijn dochters er mee
naar toe laat hen mijn
jeugd zien veilig landschap
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 |