’s Ochtens vroeg geen enkel geluid,
geen zingende vogel, niets.
Dan een auto, en nog een , en opeens
voetstappen, gestalten die we niet kunnen zien.
De voorstelling is begonnen maar het doek is niet
opgehaald.
Uit : de orde van de dag / Eric Vuillard
wiegend in de windstilte
waar wij zijn en waar zij zijn het ongeziene
is toneel een kunstvorm van komen en gaan is dat hetzelfde als op
en af blijven mensen komen en wanneer gaan mensen die vertrekken
weer het gapende gat tussen hoofd en lichaam en waarom is kalm
door het midden bewegen veel lastiger dan een onschuldig dansje
doen door de hele ruimte of lijkt dat maar zo op een avond was
het landschap van coulissen midden in de voorstelling zomaar weg
ik keek als Claude Monet en zag verweving van kleuren anderen
zagen een struik met rozen kijk eens een roos en daar nog een
het is een ontdekking die we meemaken we zien allerlei dingen voor
het eerst is wat je ziet niet wat je ziet maar een beeld dat we zelf
maken gaat het meer om verbeelden dan zien als een bezoeker aan een mensenlaboratorium zoeken we een weg middels zwaluwstaartende
gesprekken wandelingen schichtige blikken scenes of aanzetten
daartoe er zijn afspraken die we niet kennen we schreeuwen tegen
een blinde alsof hij doof is en er ontstaan stiltes die we nog nooit
hebben gehoord er is veel wat theoretisch niet mag toch is het er
|